Gelijkheid van wapens bij letselzaken 02-05-2024

In zaken betreffende intellectuele eigendom (IE) is ex artikel 1019h Rv mogelijk om een volledige proceskostenveroordeling, waaronder de  advocaatkosten, te krijgen. In andere civiele procedures wordt doorgaans op grond van het liquidatietarief een fractie van de advocaatkosten toegekend.  Artikel 1019h Rv is in 2007 aangenomen en is uitwerking van een EU-richtlijn. De gedachte bij deze richtlijn is simpel, namelijk het beschermen van het intellectuele eigendom. Voor de IE-advocaat is dit goed nieuws.

Een soortgelijke bepaling zou eigenlijk ook moeten gelden voor de letselzaken. In mijn praktijk heb ik soms de indruk dat de verzekeringsmaatschappijen er op uit zijn om het slachtoffer “dood” te procederen. Die verzekeraar is een grote, ervaren, professionele organisatie, terwijl het slachtoffer de kennis, energie en financiële middelen ontbreekt om deze grote partij het hoofd te bieden. Dit is per definitie een zeer ongelijke strijd. Het komt dan ook vaak voor dat een slachtoffer zich gedwongen voelt om met een mindere regeling genoegen te nemen, dan wel helemaal geen procedure op te starten. Over de kwetsbare positie van het slachtoffer in de letselpraktijk is in het verleden veel gediscussieerd. Door de advocaat is zelfs de mogelijkheid geopperd om in letsel zaken op no cure no pay basis te werken. Dit heeft nooit voet aan de grond gekregen. Een regeling waarbij het slachtoffer van een ongeval de volledige proceskostenveroordeling vergoed krijgt, is wat mij betreft het ei van Columbus. Alleen op deze manier kan er sprake zijn van gelijkheid van wapens.

« Terug naar overzicht